Beschrijving
Om te beginnen moet men beseffen dat een groep – een samengaan van enkelingen – in zichzelf een levend wezen vormt en dat de onzekerheid tussen de enkelingen over waarom ze samengaan, is waarom ze samengaan.’ – Roberto Assagioli
Van alle organisatievormen is het gezin de eerste waarmee we in aanraking komen tijdens ons leven. Niemand groeit immers alleen op. Onze culturele waarden en normen en veel van ons gedrag kunnen we terugleiden naar de ervaringen met structuur en organisatie die we hebben leren kennen in onze jeugd. De stam of het gezin is daarmee de oudste organisatievorm die we kennen. In dit boek over organisaties zullen we regelmatig teruggrijpen op de analogie met het gezin. Gezinnen en organisaties hebben namelijk veel met elkaar gemeen.
In zowel het gezin als in een organisatie kies je niet automatisch voor de anderen in je buurt. Je familie heb je niet voor het uitzoeken en datzelfde geldt in grote mate voor je collega’s. Ook zijn beide organisatievormen voortdurend in verandering, terwijl we het liever houden zoals het is. Elke organisatie is continu in beweging. Ze groeit, breidt uit en ontwerpt nieuwe producten of diensten. Ze stoot ook weer delen af en neemt andere delen over of gaat failliet. Voor gezinnen geldt dat ook: er komt een eerste kind, er komen meer kinderen, die worden groter, ouders scheiden of de kinderen gaan het huis uit. Dat creëert een steeds veranderende dynamiek.
Die dynamiek is voor veel mensen lastig. Je kunt wel streven naar een harmonieus gezin waar iedereen zich altijd thuis en veilig voelt, maar de praktijk is weerbarstig. Kinderen of ouders hebben een speciale gebruiksaanwijzing of ziekte, moeilijkheden op school of er zijn onderlinge spanningen door bijvoorbeeld een scheiding. We onderdrukken dan vaak de gevoelens die dit oproept, omdat we niet zo goed weten wat we ermee moeten. Dat deel van ons mag ‘niet meedoen’. Dit zorgt voor allesbehalve een thuisgevoel. Toch snakken we massaal naar ‘thuis’. Naar plaatsen waar we ons thuis voelen en waar we mee mogen doen zoals we zijn.
In dit boek laten we zien hoe het werken vanuit het model Spel-Speler-Plaats de heelheid kan terugbrengen in organisaties en gezinnen. Dat zorgt voor levendigheid en bevlogenheid. Het model Spel-Speler-Plaats is ontwikkeld door het Instituut voor Psychosynthese in Hilversum en zo hebben wij dit model ook leren kennen. In ons werk met teams en organisaties gebruiken wij dit model om zicht te krijgen op systematische verstoringen en de mogelijke oplossingen. Een model is altijd een vereenvoudiging van de werkelijkheid. Juist die vereenvoudiging helpt je om te zien wat er aan de hand is.
Recente reacties